maandag 26 oktober 2015

#Arnhem Faïencefabrieken

Arnhem, hoofdstad van de provincie Gelderland, gelegen aan de Neder-Rijn.
Deze stad is voor buitenlanders (natuurlijk ook voor zijn bewoners) onlosmakelijk verbonden met hevige allesvernielende bombardementen uit de Tweede Wereldoorlog. Maar het is ook een stad met heel wat veerkracht en dynamiek, hedentendage is het een bloeiende en welvarende handelsstad. Bijzonder toch dat vaak negatieve gebeurtenissen verbonden blijven met het imago van iets of iemand … veel leuker is het echter te denken aan wat mooi en goed was in het verleden. Arnhem was ook gekend om zijn prachtige keramiek-productie.

In 1907 richtten de gebroeders Jacob en Klaas Vet er de ‘n.v. Arnhemsche Fayencefabriek’ op. 
Tot in 1934 werd er allerlei sier- en gebruiksaardewerk zoals: vazen, kannen, jardinières, wandborden, overpotten, inkt- en rookstellen, kandelaars, likeurstellen en souveniraardewerk in art nouveau en art deco stijl geproduceerd, met een haan als handelsmerk.

De fabriek werd vooral bekend om het aardewerk met de witte ondergrond, beschilderd met dunnen sierlijke lijnen, gestilleerde bloemmotieven en matglazuur.

Wim Hartgring (bekende plateelschilder en voormalig werknemer bij ‘Rozenburg’ en ‘Zuid-Holland’) was er verantwoordelijk voor de grote hoeveelheid aan nieuwe decors zoals: Flora, Pensee, Polo (een hoogglansuitvoering van Corona van Zuid-Holland), Gelri, Poppy, Vlinder, decor Vogel, Zon, Toni, Tini.

Vanaf 1928 brak de zware periode aan voor de aardewerkfabriek en bestonden de decors alleen nog maar uit stroom- en spuitglazuren, het zogenaamde crisisaardewerk.

Maar de stad had ook een vroegere keramische bedrijvigheidsperiode; Samuel Jacob Hanau en Johan van Kerckhoff runden er in het derde kwart van de achttiende eeuw (1759-1770) een gerenomeerde faïencefabriek eveneens met een haan als merkteken. Zij produceerden vooral tafelserviezen. Naast traditioneel blauwwit gebruiksgoed maakte de fabriek ook luxueuze producten in rococostijl, met verfijnde bloemdecoraties en exotisch beschilderde ‘Chinese’ figuren.

De ligging aan de Rijn droeg er mede toe bij dat in Arnhem keramiek werd geproduceerd. Arnhem lag strategisch, op een knooppunt van wegen. En de grondstof klei kon lokaal gewonnen worden. Maar daarnaast waren vakmanschap en vooral geld nodig.

Samuel Jacob Hanau had wel het benodigde vakmanschap, maar onvoldoende kapitaal om een fabriek op te zetten. In de gefortuneerde wijnhandelaar Johan van Kerckhoff vond hij een compagnon. De zakenlieden zagen een gat in de markt. Als gevolg van de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) in Saksen en Pruisen en problemen binnen fabrieken in Oost-Frankrijk liep de import van porselein en aardewerk naar Nederland sterk terug. Pottenbakkers, modelleurs en schilders trokken als gevolg van deze perikelen weg van de oorspronkelijke productielocaties, op zoek naar gebieden waar wel werk te vinden was. Zo kwam een aantal van hen in Arnhem terecht. De meegenomen decors, modellen en (geheime) kennis van kleibereiding en kleuren waren hun handelswaar en kapitaal.

Hanau nam Delftse arbeiders aan, maar ook werklieden uit Frankfurt, Höchst, Neurenberg en Lunéville. Als gevolg hiervan ontstond in Arnhem een productie die deels volgens de mode van het rococo is uitgevoerd, met invloeden uit toonaangevende buitenlandse keramiekcentra. Juist dit maakte de ‘Arnhemse Fabrique’ aan de Oude Kraan uniek ten opzichte van andere Nederlandse producenten.

In totaal zijn er maar ongeveer 190 stukken van de Arnhemse Faience uit die tijd bekend. Verhoudingsgewijs bestond de fabriek kort, waardoor er relatief weinig stukken bewaard bleven. Bovendien zijn veel voorwerpen niet gemerkt met een haan, waardoor ze moeilijk als ‘Arnhems’ herkenbaar zijn; vaak gaan ze als Duitse, Italiaanse of Franse faiencegoed door het leven. 

Groeten,
Meindert






Begin ... kleine oven in de tuin.
de fabriek
Jacob Vet
Klaas Vet

Achttiende eeuws





zaterdag 17 oktober 2015

Increasing #fame and #popularity of this blog.

country          pageviews

België                      3104
Verenigde Staten      630
Nederland                 586
Rusland                    110
Portugal                      55
Zwitserland                 49
Duitsland                    29
Oekraïne                     29
Frankrijk                      21
Ierland                         21
Noorwegen                   7
Luxemburg                   4


Plateelbakkerij #Ivora #Gouda .

De Goudse plateelindustrie, dat wil zeggen de productie van gedecoreerd sieraardewerk, begon in 1898 met de oprichting van de Plateelbakkerij Zuid-Holland. 
Voor die tijd was Gouda eeuwenlang bekend vanwege de kleipijpen en het grof gebruiksaardewerk. In navolging van het succes van de Zuid-Holland, gingen pijpenmakers van oudsher, zoals Regina, Goedewaagen, Zenith en Ivora vanaf 1914 ook sieraardewerk (plateel) maken. 
In het begin leek dit aardewerk nog sterk op dat van de Zuid-Holland, maar gaandeweg kreeg elke plateelbakkerij zijn eigen, herkenbaar assortiment.

De kleinzoon van Gerrit van der Want zelf achterkleinkind van P.J. van der Want 1716-1774 en oprichter ‘Regina’ Gouda … ‘Ivon’ zet in 1914 het bedrijf van zijn grootvader in de Kuiperstraat voort onder de naam ‘Ivora'.
Sieraardewerk van Ivora onderscheidt zich van de andere Goudse fabrieken door een relatieve eenvoud in decors en uitvoering. Ook het aantal modellen was beperkt en bovendien werkte men opvallend veel in opdracht van derden. Er werd zowel mat als glanzend glazuur toegepast.

Zo maakte Ivora gedurende periode van de Eerste Wereldoorlog een bijzondere reeks wandborden, stuk voor stuk voorzien van geëngageerde teksten en naïeve afbeeldingen, refererend aan de moeilijke leefomstandigheden van die periode.

Toen de nood echt aan de man kwam, omstreeks 1930 gedurende de ‘Economische Crisis’ schroomde men zelfs niet ‘koudlak’-aardewerk te maken, voorzien van florale en abstracte decors, maar ongeglazuurd. 
In datzelfde jaar was er ook korte tijd een aparte afdeling kunstnijverheid onder leiding van kunstenaar Jan Schonk (voorheen werkend bij Zuid-Holland).
Dit in navolging van ‘grote broer’ Plateelbakkerij Zuid-Holland, waarmee de relatie altijd opvallend goed is geweest, een unicum binnen de Goudse aardewerkindustrie. Het decor ‘Princess’ werd zelfs in opdracht van Ivora tussen 1925/27 door de Zuid-Holland geproduceerd.
Enkele andere decors uit de jaren '30 waren: ‘Gouda' - ‘Old Delft’ - ‘Antique Rozenburgh’ en ‘Juliana’.
Decors in matglazuur: ‘Nova’ en ‘Princess’, 
Koudlakdecors onder de noemer ‘Fantasie’.

In 1965, hetzelfde jaar dat de Zuid-Holland failliet ging, nam ook Ivon van der Want’s zoon Willy als laatste Van der Want afscheid van het bedrijf.

Groeten,
Meindert








dinsdag 13 oktober 2015

#Opsporing_verzocht !

Neen, u bent niet beland in een of ander misdaadprogramma ... ook niet in het opsporingsbericht van de krant ... dat is geen voer voor de doorgaans nogal vreedzame keramiekliefhebber. Toch kunnen wij in ons interessegebied ook een beetje in de voetsporen van Sherlock Holmes treden ... de fictieve detective uit de verhalen van de laat negentiende-eeuwse, vroeg twintigste-eeuwse schrijver en arts Sir Arthur Canon Doyle.
Bij de opstart van deze blog in november 2014, deed ik al eens een oproep aan de keramiekliefhebbers in verband met de productie van de firma Flamand J.W & Cie.
Helaas bleef mijn vraag tot hier toe onbeantwoord. Is het uit onwetendheid, uit gemakzucht of uit drang naar kennis en macht ?
Nochtans is de initiële bedoeling van deze blog een forum te creëren waar keramiek-enthousiastelingen elkaar kunnen vinden en dialogen kunnen opzetten.
Van dat dialogeren is tot nu toe nog maar weinig te bespeuren.

Zonder onaardig tegen u te willen zijn beste lezer ... zeg nu zelf, dergelijke terughoudendheid lijkt mij niet de weg naar vernieuwing van kennisinzicht te zijn.
Toch blijf ik geloven in de missie van deze blog.

Ook ik blijf ondanks intensief speurwerk met vele vragen zitten.
Meestal zijn deze aangaande het Belgische aardewerk ... maar ook vragen over de grenzen heen zijn meer dan welkom. Zij stimuleren onze leergierigheid en vergroten onze algemene kennis over keramiek 'tout court'.

Wie kan er mij vertellen uit welke aardewerkfabrieken de volgende keramiekobjecten afkomstig zijn ?

Casus 1: Zelf denk ik aan de aardewerk-productie van de firma Maes te Gent.
 In de markering onderaan is soms een M of een F terug te vinden.
 

Casus 2: Dit is zeker en vast geen Thulin-productie ... maar wat dan wel ?
Zelf denk ik dat het eventueel 'Céramique Montoise' zou kunnen zijn of van de faïencerie De Bruyne (Fr.) Fives-Lille.
Op de derde vaas zie je een sticker met de decornaam 'Arianne'.

 

 

     

 

Groeten,
Meindert