zaterdag 18 juli 2015

#Keramiek #kopen en #verkopen ... met alle risico's van dien.

Shoppen doen wij de dag van vandaag niet enkel meer in winkelstraten en supermarkten, vanuit onze luie zetel kunnen wij met een paar muisklikken het nodige bestellen via het internet.
Makkelijk zat en nog snel geleverd bovendien.
Meestal beantwoorden de geleverde goederen dan aan onze verwachtingen ... elke zichzelf respecterende online-winkel maakt er een erezaak van zijn producten smetteloos en snel af te leveren. Niet goed ... geld terug garantie! Wat moet een mens nog meer hebben?
Malafide verkopers doen zichzelf op ietwat langere termijn de das om, spijtig dat zij ondertussen het vertrouwen van een aantal correcte burgers geschonden hebben ... loontje komt vaak om zijn boontje.

In de keramiekwereld is dit niet anders.
Op dit terrein zijn geen grote internet-winkels te vinden ... maar wel veilinghuizen en veilingsites zoals '#Ebay en #Catawiki', waar  handelaars en particulieren hun bij elkaar gesprokkelde antieke en brocante goederen aan de man kunnen brengen. Ook daar geldt de zegswijze 'eerlijk duurt het langst' ... toch bevinden zich op deze weg veel meer valkuilen ... alle transacties verlopen via een derde instantie die als organisator, bemiddelaar, rechter en cijnsmeester optreedt en daardoor ook de macht naar zich toetrekt.
'Divide et impera' zij Philippus II koning van Macedonië reeds in de vierde eeuw voor Christus en paste deze tactiek succesvol toe. Hij bestond erin dat de ene concurrent meer rechten krijgt dan de andere, hierdoor zal er nooit een vriendschap ontstaan tussen beiden en kan de derde (gebruiker van de tactiek) ervan op aan dat de eerste twee nooit samen tegen hem zullen optreden.

Ook ik heb dat reeds aan den lijve mogen ondervinden bij aankopen en verkopen via deze fora.
Alles staat of valt in de eerste plaats met de eerlijkheid van de verkoper en koper.
Als deze twee al niet uit het goede hout gesneden zijn kunt u er donder op zeggen dat de zaak misloopt.

Het begint al met een correcte productbeschrijving en een goed gedocumenteerde fotoshoot.
Sommige verkopers nemen het niet zo nauw met bovenstaande regel en focussen zich enkel op snel geld verdienen ... het vertrouwen van de klant en het opbouwen van een cliënteel lappen ze aan hun laars ... meestal zijn hun transacties met een bepaalde koper toch maar éénmalig.
Gelukkig kan de koper gebruik maken van een evaluatiemogelijkheid waarin hij zijn tevreden- of ontevredenheid kan uiten ... niet tegenstaande dit alles blijft hij toch vaak de klos.

Omgekeerd is het ook zo met de koper die te hoge verwachtingen heeft van het aangekochte tweedehands object dat er als nieuw zou moeten uitzien ... de tand des tijds heeft nu eenmaal invloed op alle voorwerpen.
Onterecht kritische en zelfs negatieve overwegingen worden met gemak gespuid via het beoordelingsformulier. Zij kunnen in één klap de reputatie van een correcte verkoper kelderen.
Sommigen leggen zelfs leugenachtige verklaringen af als zouden zij het pakket niet of beschadigd ontvangen hebben, met als doel hun geld terug te krijgen. Niets menselijks is ons vreemd.

In al deze disputen zijn er partijen die de dans ontspringen ... namelijk de expediteur (post, koerierdienst, enz.) ... maar bovenal de verkoopsorganisatie die via eigen wetten en regels zich volledig veilig tracht te stellen en 'als het puntje bij het paaltje komt' koper en verkoper met elkaar in de clinch laten gaan.
Nochtans dragen zij in de eerste plaats als organisator van de transactie grote verantwoordelijkheid ter zake ... elk verkocht voorwerp levert hun ruim twintig procent van de transactie-waarde op.
Het is dus absurd te stellen dat de organisatie in deze geen enkele verantwoordelijkheid treft.
Via hun worden er dingen gekocht en verkocht van soms grote waarde waarop zij geen enkel toezicht hebben. Een wagen, een boot, een juweel, een schilderij en dergelijke meer kunnen toch niet enkel verkocht worden via elektronische weg ... deze moeten ook fysisch geschouwd worden door een expert. U acht het niet voor mogelijk en toch is dit de realiteit.

Ebay kent in dergelijk geval een koop- of verkoopsbescherming via Paypal.
Elk aangekocht of verkocht object (met Paypal-bescherming) dat niet aan de normale verwachtingen voldoet, wordt integraal (inclusief verzendkosten) terugbetaald aan de benadeelde partij.
Het is deze betaaldienst die zich ook bezighoudt met de verdere afhandeling van de zaak en via allerhande documenten en afschriften gerechtigheid laat geschieden.
Zowaar een zeer veilige en correcte weg van handel drijven die ervoor zorgt dat geen van beide partijen de klos is.

Catawiki daarentegen tracht deze zaak anders op te lossen.
Vooreerst dient gezegd te worden dat zij het zijn die de gelden van de transactie (aankoopbedrag+veilingkosten+portkosten) innen en nadien de verkoper opdracht geven de goederen te leveren.
Bij een dispuut worden de tegoeden van de verkoper onmiddellijk geblokkeerd en krijgt deze als opdracht een overeenkomst te sluiten met de koper. Indien beide partijen er niet in slagen een aanvaardbare oplossing te vinden voor het geschil tracht Catawiki via mailing wat te bemiddelen.
Bij padstelling is het de verkoper die opdraait voor de gehele zaak. Deze dient dan nogmaals het volledige aankoopbedrag+veilingkost+portkost uit eigen zak aan de koper terug te betalen en kan pas na volledige genoegdoening van de koper aanspraak maken op de vrijmaking van zijn tegoeden bij Catawiki. Men zou toch in dergelijk geval mogen verwachten dat Catawiki de koper met de reeds ontvangen gelden terugbetaalt en nadien afrekent met de verkoper. Het is dus maar hoe u het aan boord legt ... in elk geval worden de centen van de organisatie voor honderd procent veilig gesteld.
De gebruiker van deze dienst heeft er het raden naar in hoeverre dergelijke opstelling van de organisator wettelijk is. Zeker is dat u als verkoper aan het kortste eind trekt en de koper met een goed gevoel zijn weg mag verderzetten.

Ik hoor sommigen al zeggen: 'Bezint eer gij begint' en 'Wie een spel speelt moet de spelregels aanvaarden ... dat is voor een groot deel waar als alle partijen deze afspraken samen hebben mogen opstellen en aanvaard hebben.

Moraal van het verhaal ... toch maar beter goed beslagen ten ijs komen.
Hieraan heb ik op een correcte en objectieve manier willen meewerken door relaas te doen van mijn ervaringen ... met de bedoeling sommige van deze organisaties tot introspectie te brengen.
Of maakt geld recht wat krom is ?

Groeten,
Meindert



zaterdag 11 juli 2015

#Vlaams_aardewerk - #Potterie_Flamande

Deze naam werd gegeven aan het type aardewerk geproduceerd in #Vlaanderen gedurende de periode van 1890-1990 en waarin de Vlaamse volkshaard duidelijk naar voren kwam. Men kon er uit aflezen wat de Vlaming destijds beroerde en hoe het gesteld was met zijn economische en politieke situatie.

De pottenbakkerij is aan vele culturen gekoppeld, men treft ze dan ook over de gehele wereld aan. Al eeuwen voor het begin van onze jaartelling was er een rijke verscheidenheid aan vormen van aarden potten, bekers en urnen, in rood of grijs ongeglazuurd aardewerk dat door het vuur een bestendige vorm kreeg. Dit soort aardewerk had echter het grote nadeel poreus en broos te zijn, aangezien de primitieve ovens de nodige temperatuur niet konden ontwikkelen om de klei volledig te doorbakken.

Vanaf de dertiende eeuw na Christus kon men in onze streken ook huishoudelijke gebruiksvoorwerpen en tegels aantreffen die bedekt waren met loodglazuur, namelijk het 'hoogversierd aardewerk' Kenmerkend voor dit aardewerk is de toepassing van twee of meer versieringstechnieken. De productie ervan strekte zich uit over de gehele Noordzeekust van Frankrijk, Vlaanderen en Nederland tot in Denemarken toe.

Het gebruik van tinglazuur en hierdoor ook het ontstaan van faïence-objecten, komt in onze streken in voege gedurende de zestiende eeuw toen de Italiaanse pottenbakker Guido di Savino naar Antwerpen kwam en er majolica-tegels produceerde in velerlei kleuren.

Tinglazuur is een ondoorzichtig wit glazuur, dat wordt gebruikt om tegels en andere voorwerpen van aardewerk te bedekken. Hierop kan worden geschilderd met blauwe, groene, oranje, gele en purperen pigmenten die uit metaaloxiden worden gewonnen, bijv. kobaltoxyde voor blauw, koperoxyde voor groen, mangaanoxyde voor bruin enz.

Toen Vlaanderen in de tweede helft van de zestiende eeuw verwikkeld raakte in grote religieuze, politieke en economische moeilijkheden, trokken onze pottenbakkers weg naar de betrekkelijk veilige noordelijke provincies. Zij vestigden zich in steden als Delft, Haarlem, Amsterdam en Rotterdam, waar ze nieuwe ateliers stichtten en hun vakkennis doorgaven aan de plaatselijke pottenbakkers. Uit deze emigratie is dan ook het 'Delfts aardewerk' ontstaan.

De pottenbakkers die gedurende deze woelige periode in onze contrijen waren gebleven konden begin zeventiende eeuw mee profiteren van de economische heropbloei. In vele steden van ons land zoals: Brugge, Gent, Kortrijk, Poperinge, Sint-Niklaas en Torhout vestigden ze zich om de kost te verdienen met de productie van dit luxe majolica-aardewerk.

Hierna enkele grote namen van pottenbakkerijen per stad.

#Bredene              ➟ Bourgoingnie
#Brugge               ➟ Den Uil – Le Hibou
                           ➟Vande Voorde
                           ➟Van Humskerke

#Gent                   ➟Maes

#Kortrijk              ➟Caessens
                           ➟Laigneil
                           ➟Noseda

#Torhout             ➟ Maes
                          ➟Roose 
                          ➟Willemyns

#Sint-Niklaas      ➟Scheerders – Van Kerckhove

De geschiedenis van al deze pottenbakkerijen belichten zou dit artikel te omvangrijk maken ... daarvoor kan ik u verwijzen naar de site van het Torhouts museum en zijn talrijke publicaties hieromtrent.

Indien u zich geroepen voelt als kenner van dit soort aardewerk ons allen nog wat wijzer te maken in deze materie ... krijgt u met veel plezier en applaus auteursrecht op dit forum.

Groeten,
Meindert

 

 

 

 



vrijdag 3 juli 2015

#Editions_Nerva - #Bruxelles

Editions #Nerva, was een firma die rond de jaren twintig en dertig van vorige eeuw edities van keramische beelden, sculpturen, vazen, potjes, lamphouders e.d.m. produceerde in samenwerking met de firma ‘La Céramique Montoise’ Antoine Dubois te Bergen.
Ze was gevestigd aan de #Emile_Jacqmainlaan 134 te #Brussel.

De beelden van 'les Editions Nerva' zijn, afhankelijk van de ontwerper, vrij realistisch, symbolistisch of kubistisch.
Ze werden onder strikte regels geproduceerd en verkocht. Hun oplage was beperkt tot 15, 25, 100 of 150 exemplaren, door de kunstenaar boven het glazuur gesigneerd en genummerd. Dit omdat de ontwerpers hun oplage mochten controleren en zij aldus konden weigeren de niet kwaliteitsvolle stukken te tekenen.
Later bleek dit ook een nadeel te zijn, door het poetsen van al te ijverige huisvrouwen zijn vele merktekens vandaag de dag verdwenen.
Soms kwamen er ook ingekraste signaturen of model-numners voor, maar dit was weinig gebruikelijk.

De keuze van de onderwerpen werd niet op commerciële basis gemaakt.
De oplagen werden in de diverse regio’s van ons land verdeeld, voor Brussel was dat o.a. de interieurstudo ‘Selectio’ van het warenhuis ‘Au Bon Marché’.

Opvallend is ook dat sommige beelden buiten het circuit van deze firma zijn uitgebracht, alleen door de firma Dubois in andere uitvoeringen met een signatuur onder het glazuur.

Vooral de kubistische creaties van Angelo Hecq en Léon Nosbusch vallen op, naast de vloeiende lijnen in het werk van Oscar De Clerk, Georges Grard en de verassende Gustave Van Gompel.
Hun diverse stijlen bleken toen toch wat moderner te zijn in vergelijking met de beelden die voortkwamen uit de ‘ateliers d’art’ van Saint Ghislain.
Enkele kunstenaaars werkten trouwens voor beide firma’s met name: Léon Gobert, Dolf Ledel en Jean Leroy.

Een lijst van 83 voorwerpen gemaakt door ‘Edtitions Nerva’ en een artikel daarmee in verband van Paubert uit 1928 uit het literaire en artistieke tijdschrift ‘La Nervie’ zijn de zeldzame sporen die van deze kunstenaars-coöperatieve zijn overgebleven in de archieven van ons land.

Tot dit kunstenaarscollectief behoorden verder ook nog kunstenaars als: Albert Aebly, Paule Bisman, Eugène Canneel, Marc Colant, Maurice De Korte, Victor Demanet, M. Delombay, Léon Gobert, Fernand Geysen, A. Hamoir, Léon Pringles, Pol Quentin, Alphonse Scol, E. Thomasson, G. Van Hoof en Antoine Vriens.

Groeten,
Meindert





woensdag 1 juli 2015

#Vermeren_Coché - Etablissement #Demeuldre – #Brussel.

Reeds in de achttiende eeuw waren er in Brussel al kleinere porselein-fabrikanten te vinden. De grootste productie ervan kende deze stad echter in de negentiende eeuw. 
Toen werden er heel wat porseleinfabrieken opgericht ... aan een van hen heeft het nu nog bestaande etablissement Demeuldre te #Elsene haar bestaan te danken. 

Deze oude porseleinmanufactuur werd in 1830 opgericht door de Franse porseleinfabrikant Charles-Christophe Windisch. Afkomstig uit Niderviller (Frankrijk) en opgeleid in dit ambacht door zijn vader. Hij vervolmaakte zich in de fabrieken van Parijs en Limoges.

Kort voordien was er aan zijn vennootschap (1824) met Frédéric Faber, een befaamd porseleinschilder en etser, die in 1818 op aandringen van koning Willem I der Nederlanden een porseleinmanufactuur overnam op het nummer 41 aan de Etterbeekse steenweg nu Waverse steenweg, een einde gekomen.

Deze twee werkten nochtans prachtig samen … maar de Belgische revolutie met als gevolg een scheiding tussen Nederland en België stak stokken in de wielen.
Na de dood van Faber in 1844 werd dit bedrijf overgenomen door zijn twee zonen en in 1849 nam het familiebedrijf #Cappelmans uit #Halle (faïencerie Jemappes) de zaak over.

Windisch vestigde zich vrijwel rechtover de fabriek van zijn voormalige vennoot op het nummer 183 aan de Etterbeekse steenweg … nu Waverse steenweg nummers 141 -143 … in de lokalen van de voormalige herberg ‘Au mayeur Cabaret’ die ook dienst deden als depot voor goederen waar men geen stadsrechten wou voor betalen.

Hij werd gefinancierd door Jean-Jacques Coché-Mommens, hoofdredacteur en eigenaar van de krant Le Courrier des Pays-Bas die een rol had gespeeld in de onafhankelijkheid van België en die niet ver daarvandaan een landhuis bezat.

Na de dood van Windisch in 1842 nam Jean-Jacques Coché-Mommens de leiding van de fabriek tijdelijk over. Hij trok de Franse porseleinfabrikant Michel-Antoine Caillet aan (deze was getrouwd met de weduwe van zijn overleden broer Nicolas).
De nieuwe directeur voegde aan de fabriek een schildersatelier toe, geleid door Jean-Ambroise Duprest, eveneens een Fransman en zette de productie negen jaar verder in de geest van Windisch.

In 1852 werd de onderneming overdragen aan de dochter van Jean-Jacques …Chantal Coché (gehuwd met Emile Vermeren). Emile had een ondernemende geest en liet ondermeer een tweede grote oven bijbouwen.
Onder hun leiding werd de fabriek gemoderniseerd en kende ze een grote bloei. Ze verwierven de handelsfondsen van verschillende belangrijke porselein- en kristalfabrikanten en werden zo de Belgische vertegenwoordigers van grote buitenlandse manufacturen.

In 1869 werd Chantal Vermeren-Coché weduwe (Emile overleed op 47-jarige leeftijd), ze stond nu alleen aan het hoofd van een grote onderneming die een zestigtal personen te werk stelde.

Naast de fabriek kwam er in 1874 nog een tentoonstellingsruimte bij die de productie van heel wat grote Europese porseleinmerken verdeelde: Limoges, Wedgwood, Kopenhagen, Berlijn en Meissen. Maar ook kristal en glaswerk van Val-Saint-Lambert, Baccarat, Saint-Louis en Daum werden er verkocht.

Later kreeg zij voor haar groot ondernemerschap als pioniersvrouw de medaille van het Franse 'Légion d’Honneur'.

In 1901 legateerde ze de manufactuur aan haar nicht Marthe Coché en diens echtgenoot Louis Demeuldre (militair).

Louis Demeuldre verdiepte zich in de kunst van het porselein maken en maakte hiervoor talrijke studiereizen naar Frankrijk, Beieren en Berlijn. Hij breidde vooral de activiteiten van de afdelingen architecturale keramiek en elektrotechnisch materiaal uit. Tot dan toe had de fabriek vooral naam gemaakt met de productie van tafel- en toiletserviezen.

Zij hadden talrijke contacten met art-nouveau-architecten als Victor Horta, Paul Saintenoy en Maurice Bisschops. Deze laatste kreeg in 1905 de opdracht om gebouwen te moderniseren en een nieuwe gevel annex vitrine voor de kleinhandel te ontwerpen.

De manufactuur kende met al haar aangeboden producten een groot succes op internationale tentoonstellingen en onderscheidde zich door de vruchtbare samenwerking met befaamde kunstenaars als de beeldhouwers: Isidore De Rudder, Alfred Crick en Julien Dillens.

Ze produceerde ook veel decoratief porselein en aardewerk voor Brusselse gebouwen, onder meer de tegels van de gevel van het voormalige warenhuis Old England op de Hofberg (architect Paul Saintenoy, 1899).

In 1930 kocht de onderneming de machines van de in moeilijkheden verkerende porseleinfabrikanten in Limoges. 
In 1933 na de dood van Louis Demeuldre, bleef zijn echtgenote Marthe het familiebedrijf leiden, daarbij geholpen door haar geadopteerde neef Henry (zoon van de jongste broer van haar man die in de oorlog was omgekomen). Deze moderniseerde het fabricageproces door kolenovens te vervangen door gasovens en zijn eigen porseleinpâte te maken.

Begin tweede wereldoorlog werd Henry oorlogsvrijwilliger … de productie van porselein kwam in grote moeilijkheden en rendeerde nauwelijks nog.
Een omvorming tot p.v.b.a. Demeuldre in 1941 kon hieraan weinig veranderen.

Gefnuikt door uitbreidingsmoeilijkheden van de fabriek in stedelijk gebied en een tekort aan gespecialiseerde medewerkers, getriggerd door de renovatie en snelle wederopbouw van Franse en Duitse fabrieken na de oorlog moest de productieafdeling uiteindelijk stoppen in 1953.
Men verkocht enkel nog wit ingevoerd porselein uit Limoges dat gedecoreerd en gepersonaliseerd werd ‘au tête du cliënt’. kristal, glaswerk en edelsmeedwerk. Men kon er heelwat vinden voor de uitzet van jonggehuwden … zo ontstonden de eerste huwelijkslijsten. Doorheen al die jaren wist dit bedrijf een trouw, chic, ja zelfs koninklijk cliënteel op te bouwen.

De ateliers werden rond 1960 gesloopt, alleen de winkel (1905) en de tentoonstellingszaal (1870) bleven bewaard, in 1997 werden deze zelfs geklasseerd.

In 1983 overleed Henry Demeuldre, zijn vrouw en zijn twee dochters Chantal en Françoise zaten het bedrijf verder.
Vanaf 1997 is de directie in handen van Françoise en haar man Michel Verbruggen tot op de dag van vandaag.

Het gerenommeerde bedrijf wil opnieuw aansluiten met de vroegere ambachtelijke traditie en bied plaats aan het atelier ‘Coperta’ waar kunstenaars, restaurateurs en porseleinschilders aan de slag gaan met oude en nieuwe porseleinen objecten allerhande. Bovendien kan men in het kader van hun aanbod ook kook- en wijncursussen volgen.

Groeten,
Meindert