vrijdag 28 november 2014

Verkopen, veilen of #ruilen ?

Om uw keramiekverzameling uit te breiden of te vervolledigen met een aantal bijzondere stukken bent u meestal genoodzaakt (soms diep)  in uw geldbeugel te graaien. Veilinghuizen en -sites, antiquairs, antiekmarkten en ook gerenommeerde verzamelaars zijn veelal gefocust op harde valuta's ... bij ons zijn dat dan euro's.
Het is hun ... mijns inziens ... niet meer te doen om de schoonheid en kunstzinnigheid van deze  objecten ... maar om een manier van snel geldgewin te organiseren die hun in staat stelt een luxueus leventje te leiden. Zodoende zijn zij ver afgedwaald van het artistieke idee en de dieperliggende betekenis die de vormgever aan zijn creatie wou meegeven.

Het is soms lachwekkend en verbijsterend hoe sommige van deze zogenaamde experts met gemak en overtuiging een prijskaartje hangen aan een kunstobject. Ik vraag mij dan steeds af of zij zelf bereid zouden zijn deze opzienbarende som geld neer te tellen.
Waarde is een subjectief gegeven, zo ook de waarde die deze vakgoeroe's durven voorop te stellen.

Uitspraken zoals: 'wat een gek er aan geven wil' en 'de markt bepaald de waarde' brengen ons, ondanks hun wat populistische inslag, toch wat meer met onze beide voeten terug op de aarde. Iets is maar zo kostbaar als de waarde die wij er zelf aan toe dichten en dat is dan volgens mij ook de juiste waarde. Verzamelaars tellen soms duizenden euro's neer voor dat ene gesigneerde voetbalshirt ... terwijl oma net van plan was het als vod dienstbaar te maken. Alles is dus zo relatief en subjectief als de pest.

Met deze wijsheid in het achterhoofd en afbreuk doende aan mijn eigen hierboven gestelde theorieën, kan ik het soms ook erg vinden dat bepaalde authentieke en stijltypische voorwerpen voor een belachelijk lage prijs verkocht worden. Dit spreekt des te meer van onwetendheid en gebrek aan erkenning der schoonheid van het object door verkoper en koper.

Daarom zou het nog niet zo gek zijn terug te gaan naar het betaalmiddel dat onze voorouders hanteerden ... namelijk de ruilhandel ... voor wat hoort wat.
Hier moesten tenminste beide partijen nadenken over wat de waarde van iets was en of het wel de moeite waard was dergelijke transactie te laten gebeuren. Zij hadden nog een nuchtere en realistische kijk op de dingen.

Dit alles toegepast op keramiek zou er ons kunnen toe leiden een ruilsysteem in het leven te roepen. Keramische voorwerpen zouden kunnen ingebracht worden via een internetsite. Let wel deze kera-bank mag niet uitgroeien tot een allegaartje van allerlei single-objecten die ooit eens deel uitmaakten van een compleet set. De sitebeheerder(-s) of kerameester-(s) zouden in het begin enigszins een ernstige schifting kunnen maken ... wat kan wel, wat kan er niet in de kera-bank. Ik weet dat dit weer erg subjectief klinkt ... maar het niveau van dit ruilsysteem moet toch op een of andere manier bewaakt worden en de moeite waard blijven.

De participanten aan deze ruilbank kunnen dan onderling uitmaken of ze interesse hebben in elkaars objecten en er bereidheid tot ruilen is. Zo ja, dan verwittigen ze eerst de kera-meester die dan meteen deze twee objecten uit de lijst kan verwijderen. Zodanig dat het aanbod steeds up-to-date blijft. 
Om de privacy enigszins te bewaren ... zou het e-mailadres dat verbonden is met het ingebrachte object opgeslagen kunnen worden in de databank van de site-beheerder.

Welke programmeur met keramische interesse is bereid dergelijk concept uit te werken ?

Het zou in elk geval een kunstvriendelijkere manier zijn om objecten van eigenaar te laten wisselen.

Hieronder alvast een kwartet retro-schaaltjes die ik wil ruilen tegen ... ?







Groeten,
Meindert

zondag 23 november 2014

Vijf op een rij ?



In ons land zijn er verschillende keramiekmusea die een bezoek waard zijn.
Ik wil er hier graag vijf aan u voorstellen.


Musée de la céramique te #Andenne.


Dit museum biedt de bezoeker een ruim overzicht aangaande de fabricatie van: faïence, porselein, steengoed, aardewerken pijpen enz.
De collectie middeleeuws aardewerk gevonden in de bodem van de Ardennen toont ons
de eerste voetstappen van de pottenbakkers aldaar. 
Ook de industriële keramiek komt er aan zijn trekken, de productie van: dakpannen, bakstenen, buizen in grès, voorraadpotten enz.
Er zijn regelmatig wisseltentoonstellingen te zien in verband met de Belgische keramiek, zoals deze over Art Nouveau en de Art Deco.
Kinderen kunnen er zelfs terecht in een kera-atelier om er hun eerste stappen te zetten in deze boeiende kunstvorm.


 

 

Museum #Torhouts aardewerk.


Dit museum brengt getuigenis over de geschiedenis en de productie van het Vlaams aardewerk of de 'poterie Flamande'. Naast Torhouts aardewerk kan je er ook objecten bewonderen uit de andere Vlaamse pottenbakkercentra.
Ook hier vinden regelmatig wisseltentoonstellingen plaats in samenwerking met het museum van Andenne.


 

 



Musée du Vieux #Nimy.


In dit kleinere museum vindt u natuurlijk heel wat faiënceobjecten terug uit de voormalige 'Manufacture Imperiale et Royale de Nimy'. 
Verder krijgt u er een goed overzicht van de omliggende productie uit de streek van de Borinage en het noorden van Frankrijk. Het is een bijzonder leerzaam en nostalgisch museum.

 



















La maison de la poterie te #Bouffioulx.


In de voormalige pottenbakkerij Guérin bevindt zich nu een prachtig hedendaags museum Met moderne media wordt u er geïnitieerd in de kunst van het pottenbakken. De  vroegere productie van industrieel aardewerk krijgt er grote aandacht. Men krijgt er zowaar grote waardering voor het harde labeur van vele arbeiders in die branche. De streek telt nog drie actieve 'potiers' ... hun voorgangers de families Aubry, Dubois, Lardinois ... zijn u wellicht niet onbekend.


Clockarium #Brussel.


Dit museum aan de Reyerslaan is gevestigd in een prachtig Art Deco-huis.
Het omvangt een aanzienlijke collectie faïence-klokken uit de vorige eeuw.
Zij getuigen van de populariteit die dit object ooit genoot in België en de ons omringende landen. Vele van onze overgrootouders hadden zo'n sierobject op hun schoorsteenmantel staan ... als alternatief voor de duurdere staande klokken uit die tijd.

 

Groeten,
Meindert

vrijdag 21 november 2014

S.A. Faïncerie de #Saint-Ghislain.

Een faîencerie die bijzonder artistiek werk afleverde maar ook mooi huishoudelijk serviesgoed en toiletstellen produceerde (eind negentiende, begin twintigste eeuw) is deze van Saint-Ghislain.

Ze werd opgericht (in 1892) door François Dubois samen met zijn zoon Antoine en de plateelschilder Emile Lombart (voormalige werknemers van de faïencerie de Wasmuël). 
In haar statuten stonden o.a. doelen zoals: de aankoop, verkoop, fabricatie en decoratie van keramische objecten en de opvoeding van gewone man tot schoonheid.
De zaken gingen in de aanvangsjaren zo goed dat men al spoedig overging tot de vorming van een naamloze vennootschap met als startkapitaal een miljoen Belgische franken.

De kunstenaars en ambachtslui die er werkten waren zeer gemotiveerd en creatief.
Kopiëren stond niet in hun woordenboek ... maar wel steeds opnieuw op zoek gaan naar vernieuwing: eigentijdse decors en vormen die pasten in hun tijdsgeest ... van Art Nouveau over Art Deco tot het Modernisme.

François en Antoine Dubois verlieten in 1909 de fabriek om zich te vestigen in Anderlecht ... waar zij een nieuwe vennootschap 'Mons Pottery' oprichtten. In 1918 sloeg het brandend noodlot toe en zag Antoine zich verplicht terug te gaan naar zijn geboortestreek om In Condé 'la Céramique Montoise' te stichten. Diens zoon René Dubois richtte na de dood van zijn vader een nieuwe faïencerie te Cuesmes op.

Zo kwam Emile Lombart aan het hoofd van dit bloeiend bedrijf.
Een self-made man ... van schilder tot commercieel directeur.
Onder zijn leiding werden er ook meer kunstzinnige voorwerpen gemaakt, zoals: vazen, fantasiestukken, maskers, sculpturen, sierschotels e.a. .
De producten vonden hun afzet in grootwarenhuizen zoals: Innovation, Bon Marché en Sarma. Maar ook in het buitenland wist men de talrijke objecten te smaken.
Als bron van vernieuwing en modernisering werkte de fabriek samen met de 'Kunst- en ambachten-school en het' Atelier d'Art' te Saint-Ghislain. 
Emile Lombart was trouwens leraar keramische vormgeving in de school en lid van de kunstkring.
In 1963 sloot dit bedrijf zijn deuren ... de concurrentie met goedkopere buitenlandse faïence-bedrijven werd het fataal.


Hieronder een paar prachtige realisaties !


Groeten,
Meindert




Emile Lombart









donderdag 20 november 2014

Vuurvast huishoudelijk aardewerk.

Het vuurvast aardewerk of 'terre à feu' was in het begin van vorige eeuw enorm populair in onze Belgische maar ook buitenlandse keukens. 
Aanvankelijk werd er lood als geleider en weerstandsmiddel toegevoegd ... later om gezondheidsredenen tellurium. Of deze toevoeging ook veilig was, betwijfel ik.
In elk geval was het een enorme vooruitgang op keramisch- en keukengebied.
In de jaren zestig ... bij opkomst van 'pyrex en andere hittebestendige materies' ...
moest dit sierlijk en zeker en vast nostalgisch aardewerk in moeders keuken het onderspit delven. Nu wordt het enkel nog als leuk decoratiegadget gebruikt ... hierdoor wordt het alvast gered van een zielige ondergang.

Opgepast voor het verzamelvirus !

Groeten,
Meindert

België
België
België
Luxemburg

woensdag 19 november 2014

Samenwerken of plagiëren ... ?

Het is mij bij het verzamelen en bestuderen van keramiek vaak opgevallen dat sommige aardewerkfabrieken hier en daar een samenwerkingsverband moeten gehad hebben ... waar wij tot op de dag van vandaag nog maar weinig over afweten.
Zo moet er bijvoorbeeld een bijzondere band geweest zijn tussen 
'Céramique de Bruxelles' en de 'faïencerie de Thulin'. 
Dit kan je o.a. merken aan de overname van een aantal vaas-modellen. 
De mallen werden wellicht doorgegeven en de markeringen aangepast. 
Zodoende kreeg men dezelfde vormen maar in een andere decoratiestijl en kleurenpallet.
Wellicht zijn dergelijke samenwerkingsverbanden ook gegroeid uit het feit dat een aantal aandeelhouders deel uit maakten van elkaars beheerraden en dus belangen hadden in beide producties.

                  Thulin                                                           Bruxelles                                                                                                                                              
     
    
Maar er zijn ook vormovernames waarvan ik even de wenkbrauwen moet fronsen.
Zo vind ik bij de Tsjechische fabriek 'BHIL' vormen terug uit de productie van
Thulin. Het lijkt mij erg onwaarschijnlijk dat deze fabrieken destijds reeds samenwerkten. 
'Honni soit qui mal y pense' zei Edward III destijds.

                   Thulin                                                               Bhil
                
                                           
                                                                                    Maes Gent ?
  
    
                                                                                                    Beswick
                                                                 


dinsdag 18 november 2014

Ook dit nog ...

Indien ik u op een of andere wijze behulpzaam kan zijn met de identificatie, taxatie e.d.m.  van Belgisch aardewerk mag u altijd beroep op mij doen. De faïencerie van Thulin heeft op keramisch gebied al heel wat geheimen aan mij prijsgegeven. Hieronder enkele foto's van een tentoonstelling die mede door mijn hulp is tot stand gekomen.



maandag 17 november 2014

Flamand Belgium JWC°

Beste lezer,






Ik ben al een poosje op zoek naar de betekenis en oorsprong van de markering onderaan deze objecten. Ik weet dat dergelijke bonbonnière aanvankelijk werd geproduceerd door de Bergense keramiek-fabriek 'C.M.of Céramique Montoise' en dat het stel vazen origineel afkomstig is uit de faïencerie van Thulin. Daar hadden deze objecten elk hun eigen vormnummer.
De hier getoonde nummering is wellicht toegekend door de firma Flamand ?
Waarbij het eerste deel 03 en 06 respectievelijk verwijzen naar hun afkomst te weten
'Céramique Montoise' en 'faïencerie de Thulin'.
Wie kan er mij meer vertellen over dit alles ... en wanneer vond deze productie plaats?

Stuart Sexton lid van de facebook-groep 'Faïencerie de Thulin':  https://www.facebook.com/groups/3947379818713348 
heeft ondertussen dit probleem voor ons opgelost ... hij schrijft het volgende: 'J.W. Co might stand for John Wanamaker & Company which was a chain of department stores in the United States. They had pottery from Belgium, Italy, England and other European countries.'

Groeten,
Meindert